Binnen de interieurbranche hebben we hier iedere dag mee te maken. Zo zijn er steeds meer klanten die waarde hechten aan een vloer die geen schadelijke stoffen bevat of producten die dicht bij huis geproduceerd worden. Materialen recyclen is een pluspunt, maar cradle to cradle of circulaire productie is in de toekomst nog meer gewenst. Daarnaast zien we ook dat het belangrijk is te investeren in goede kwaliteit meubelinrichting of om oude meubelstukken een tweede leven in te blazen.
Natuurlijke materialen
Bij de inrichting van onze woning zijn we bewuster bezig met de materialen die toegepast worden. Zo willen we graag een vloer gemaakt van natuurlijke materialen zoals hout of marmoleum óf een praktische vloer zoals pvc, maar dan wel geproduceerd zonder schadelijke stoffen. Om pvc buigzaam te maken worden er weekmakers aan het productieproces toegevoegd. Maar een belangrijke voorwaarde is dat het biologische weekmakers zijn en geen ftalaten. Ftalaten zijn chemische weekmakers en verspreiden zich als een soort condens door de ruimte wat schadelijk is voor de gezondheid. Merken als Therdex en Tarkett maken gebruik van biologische oftewel isosorbide-weekmakers. Deze weekmakers worden gemaakt van sorbitol en vetzuren (duurzame sojaolie) en zijn biologisch afbreekbaar. Tijdens het productieproces is de sojaolie ook niet vervuilend. Deze vloeren krijgen dan ook een ECO+ certificaat.
Marmoleum
Het degelijke maar zeer duurzame marmoleum blijft altijd in trek. Het product bestaat voor maar liefst 98% uit natuurlijke en hernieuwbare materialen zoals lijnzaadolie, hars, houtmeel en kalksteen. Het Nederlandse merk Forbo, dé leverancier van marmoleum, zet zich voortdurend in om de hoeveelheid biologische materialen in de producten te vergroten.
Petflessen en oude visnetten
Ook bij het vervaardigen van garens voor tapijt en gordijnen houden de leveranciers zich steeds meer bezig met duurzaamheid en een gezonder leefklimaat. Zo zien we regelmatig garens die gemaakt zijn van gerecyclede materialen als petflessen of oude visnetten uit de oceaan, de ECONYL garens.
Hennep en lyocell
Grondstoffen als hennep en lyocell zijn nog relatief nieuw. Hennep is een veelzijdige en natuurlijke vezel met de uitstraling van jute of linnen. Het is een snelgroeiende plant die weinig water gebruikt, zodat er geen bestrijdingsmiddelen of kunstmest nodig zijn en kan er snel geoogst worden in tegenstelling tot bijvoorbeeld katoen. Lyocell, ook wel tencel genoemd, is een kunstmatige vezel en wordt op natuurlijke basis vervaardigd. Lyocell is één van de meest duurzame textielsoorten, gemaakt door cellulose uit houtpulp van eucalyptus- of beukenbomen. Het proces om de houtpulp op te lossen is geheel milieuvriendelijk, want het oplosmiddel wordt teruggewonnen in tegenstelling tot het proces bij het vervaardigen van viscose.
Wandbekleding van Arte
In wandbekleding is het merk Arte een mooi voorbeeld, aangezien zij gebruik maken van FSC-gecertificeerde materialen en de kleuren worden gemaakt van inkt op waterbasis welke vrij zijn van zware metalen. Bij het produceren van het materiaal sorteren ze zorgvuldig in hun eigen afval- en containerpark en het gebruikte water wordt na productie gezuiverd in eveneens hun eigen waterzuiveringsinstallatie. Alle restpigmenten worden opgevangen en hergebruikt. Als de wandbekleding klaar is om verstuurd te worden, zal dit gebeuren in verpakkingen van gerecyclede materialen.
Nieuw leven in blazen
Bij het kiezen van een nieuw interieur houden we dus steeds meer rekening met de materialen en de productiewijze, maar daarnaast is het ook belangrijk om degelijke en tijdloze producten te kiezen of om bestaande items een nieuw leven in te blazen. Zo is het mogelijk om de bekende designbank of het bijzondere erfstuk opnieuw te laten bekleden. Een andere vorm van duurzaamheid is om nieuw te combineren met vintage of om bestaande producten een nieuwe functie te geven. Duurzaamheid is dus op vele vlakken toepasbaar en zal een steeds grotere rol gaan spelen in onze samenleving.